Afgelopen zondag was het weer zover, het ritje naar de grens. En dan bedoel ik de grens tussen Costa Rica en Nicaragua. Dit moet om de 90 dagen gebeuren want 90 dagen is de tijd dat je als toerist in Costa Rica mag verblijven. We doen dit ritje net zolang totdat we onze cedula (verblijfsvergunning) hebben. Zonder geldige stempel zouden we ons Nederlandse rijbewijs niet meer kunnen gebruiken en niet meer mogen rijden.

De cedula is al een tijdje geleden aangevraagd en we hebben er papieren van als bewijs dat we ermee bezig zijn. Die papieren kunnen we laten zien aan de grens. Dat scheelt echt een hoop, zo hoef ik niet bang te zijn dat ze me niet doorlaten of dat ze moeilijk gaan doen. Geen idee of ze dat echt zouden doen hoor, mensen niet doorlaten. Maar ik probeer het liever niet uit! Het is echt een beetje mijn schrikbeeld.

Je moet er toch niet aan denken dat je als ongewenste vreemdeling Costa Rica word uitgezet! Dat je dan vast zit in Nicaragua zonder iets! Ons hondje dat zich afvraagt waar het vrouwtje en baasje nu toch blijven. Het idee alleen al, brrr! Gelukkig hebben wij nu een bewijs dat we met een cedula bezig zijn. Het kan alleen nog een hele tijd duren voordat we dat ding daadwerkelijk in onze handen hebben. Als we hem eenmaal hebben dan kunnen we een Costa Ricaans rijbewijs aanvragen, en is het ritje naar de grens verleden tijd.

Het is vanaf ons huis ruim drie uur rijden naar de grens. Een behoorlijk ritje dus. En ook bij de grens zelf kan het gemakkelijk een paar uur duren voordat je er doorheen bent. Bij de Nicaraguaanse grens is het meestal druk en moet je soms wel wat geduld hebben. Als je dat allemaal gehad hebt (uit Costa Rica, Nicaragua in, Nicaragua weer uit en Costa Rica weer in, pffffft!), moet je daarna ook weer drie uurtjes terug rijden. Eventueel nog wat lekkers eten onderweg en je bent zo de hele dag kwijt. Mijn paspoort staat inmiddels vol met al die stempels!

Daarom vertrekken we meestal heel erg vroeg zodat we toch een beetje op tijd terug zijn. Het eerste gedeelte van onze reis naar de grens vind ik prachtig. Je rijdt via smalle kronkelwegen door de bergen. Het uitzicht is adembenemend mooi. Op sommige punten rijd je gewoon door de wolken en dat is echt magisch, zeker als dan ook de zon nog schijnt.

Soms zitten er grote vrachtwagens voor je op de weg waardoor er een kleine file ontstaat omdat die grote wagens nu eenmaal maar langzaam de berg op klimmen. Inhalen is niet altijd slim op zo’n bochtige bergweg. Beter blijf je er net zolang achter hangen totdat je veilig kunt inhalen. Je kunt namelijk niet altijd zien of er een tegenligger aankomt door die kronkelwegen. Veiligheid voor alles!

Het lijkt op bepaalde stukken wel een beetje alsof je door Zwitserland of Oostenrijk rijdt met al die dennenbomen, koeien en bergachtige grasvelden. Je ziet in dat gebied ook andere soorten planten en bomen, wat waarschijnlijk met het koelere klimaat te maken heeft. Het is in die bergen ook een heel stuk frisser dan waar wij wonen. Ze lopen er zelfs met jassen en truien aan en dat hoef je bij ons niet te doen in die hitte. Maar misschien heeft dat ook wel te maken met het tijdstip of met de tijd van het jaar.

Als we dan eenmaal uit de bergen zijn, is het nog een heel eind rijden op een recht-toe-recht-aan weg. Een beetje saai vind ik. Langs die weg kom je juist weer heel veel ananas- en mandarijn (misschien ook sinaasappel) plantages tegen. Zo ver als je kunt kijken staan er ananasplanten en mandarijnbomen. De grond is er ook anders, de aarde is daar veel roder en het landschap platter. Op de terugweg heb je veel kans dat je achter vrachtwagens vol met mandarijntjes (sinaasappels) of ananassen rijd. Ik denk dat er sap of pulp van wordt gemaakt want het lijkt me niet bevorderlijk voor die mandarijntjes of ananassen om helemaal onderop een berg soortgenoten te liggen. Die worden geplet dat kan bijna niet anders.

Je ziet ook hoe dichter bij de grens van Nicaragua hoe armoediger de huisjes zijn. De grens zelf is ook niet echt aantrekkelijk en ik ben altijd blij als ik weer weg kan. Het is een beetje niemandsland zo tussen die twee grenzen in. Een beetje troosteloos. Als je pech hebt word je op de terugweg ook nog aangehouden door de grenspolitie om te kijken of je niet toevallig Nicaraguanen mee smokkelt, en of je wel een geldige stempel hebt.

Nee, mijn favoriete bezigheid is het niet, die grens bezoekjes! Ach, het is voorlopig een noodzakelijk kwaad. Gelukkig hoeft het niet meer als we eenmaal onze cedula hebben. Nog even door de zure appel heen bijten dus..

  • Hieronder een klein stukje van de route tussen de twee stadjes Zarcero en Quesada in Costa Rica.