Ineens uit het niets zat ik met ribbedebie in mijn hoofd. Jarenlang heb ik niet meer aan dat woord gedacht en van de week popte het zomaar spontaan op. Na heel lang weggeweest te zijn was het nu opeens uit de vergetelheid terug in mijn hoofd gekropen. Net alsof het nooit was weggeweest.

Ik maakte kennis met het woord ribbedebie doordat het voorkwam in het album van de Suske en Wiske die ik op dat moment aan het lezen was.
Volgens mij was het Lambik die het woord gebruikte en ik herinner me nog goed dat ik het een heel gek woord vond. Gek, en ook een beetje grappig. Ik had er echt nog nooit van gehoord laat staan dat ik wist wat het betekende. Ik dacht zelfs even dat het misschien een drukfout was maar toen ik het later in meer Suske en Wiske albums tegen kwam had ik wel door dat het een echt bestaand Belgisch woord was.

Gelukkig kon ik de betekenis van ribbedebie een beetje uit de plaatjes halen. Wat het nu echt betekende heb ik nooit opgezocht.
Tegenwoordig heb je dat natuurlijk zo gevonden. Je googelt wat en je weet het meteen. Dat was in mijn jeugd wel anders. Als je iets wilde weten dan kon je het óf vragen, óf naar de bieb gaan óf het in een encyclopedie of woordenboek opzoeken. En aangezien ik er al een soort van eigen vertaling had aangehangen en ik het eigenlijk toch maar een gek woord vond heb ik er verder nooit de moeite voor gedaan om het op te zoeken.

Tot nu.
Nu het zomaar weer in mijn hoofd opdook wilde ik ook echt weten wat de betekenis was en hoe je het uitsprak. In het online Vlaamse woordenboek zag ik staan dat het “verdwenen” , “foetsie” of “weg” betekend. Je zou er vast ook het woord “pleite” voor kunnen gebruiken.
Ik kwam er achter dat ik het al die tijd verkeerd gelezen/uitgesproken had. Ik sprak het altijd uit als ribbe-debie. Alsof het twee woorden zijn in plaats van een. Helemaal verkeerd dus.

Nu ik weet hoe je het wel goed uitspreekt is het gelijk een heel ander woord geworden. Ik moet er nog wel een beetje aan wennen na het zo lang foutief te hebben uitgesproken. Het klinkt nu bijna alsof je een toverspreuk uitspreekt. Een tikje magisch, maar ook mooier en veel gestroomlijnder.

Toch wel grappig, na 45 jaar klinkt ribbedebie ineens een stuk plezanter!